Mochten kopers van appartementen verwachten dat de geluidsisolatie van de verbouwde verdiepingsvloeren voldeed aan de nieuwbouweisen van het Bouwbesluit 2003, terwijl de tekening bij de bouwvergunning niet aan deze eisen voldeed en aanneemster de verdiepingsvloeren conform de bouwvergunning had verbouwd?
Volgens de Raad van Arbitrage voor de Bouw wel.
Een eerste stap naar verlichting van de aansprakelijkheid van de commanditaire vennoot en de CV-BV structuur
De gevolgen van het Lunchroom De Katterugarrest van de Hoge Raad van 29 mei 20152 en het Distriport-arrest van het Hof Amsterdam van 27 januari 20153 in het licht van de bij gebiedsontwikkeling veelgebruikte C.V./B.V.-structuur.
De privaatrechtelijke aansprakelijkheid van de kwaliteitsborger, instrumentbeheerder en toelatingsorganisatie
Zijn de toelatingsorganisatie, instrumentbeheerder en kwaliteitsborger als partijen in de bouwketen jegens de opdrachtgever/vergunninghouder van een bouwwerk zoals bedoeld in de Wkb in privaatrechtelijke zin aansprakelijk wegens onrechtmatige daad of wanprestatie op het moment dat het bouwwerk niet voldoet aan de constructieve vereisten van het Bouwbesluit?
Geslaagde geïntegreerde contracten en goed contractmanagement: communicerende vaten
Idealiter is een bouwproject geslaagd indien het project op tijd, ten minste in overeenstemming met de bedoelde kwaliteit, geschillenvrij en met zo min mogelijk hinder voor de omgeving wordt opgeleverd (de Mantra). Helaas is de praktijk anders en gaat het in de bouw nog vaak mis. De jaarlijkse faalkosten in de bouw bedragen circa € 5 miljard.
Private kwaliteitsborging: kans of kruis?
De drie hoofdlijnen van het stelsel van private kwaliteitsborging vertonen enerzijds een bepaalde samenhang, anderzijds kunnen zij apart van elkaar worden uitgewerkt. Gezien de hoeveelheid rapporten, adviezen en meningen van de kwartiermakers, kennisinstituten, de politiek, beheerders van certificerings- en erkenningsregelingen, keurmerkorganisaties en andere betrokkenen bij dit onderwerp, is het niet makkelijk om door de bomen het bos te zien.
Publiek-private samenwerking: de F-component bij DBFM(O)-overeenkomsten (deel II)
Bij DBFM(O)-overeenkomsten gaat om een langlopende overeenkomst tussen een overheid of semioverheid als opdrachtgever en een private partij als opdrachtnemer, waarbij opdrachtnemer een object met een aanzienlijke waarde aan opdrachtgever ter beschikking stelt gedurende de looptijd van de overeenkomst.
Publiek-private samenwerking: de F-component bij DBFM(O)-overeenkomsten (deel I)
Design (D), Build (B), Finance (F), Maintain (M) en Operate (0)overeenkomsten zijn zogenaamde 'geintegreerde' contracten waarbij een (semi)overheid samenwerkt met een private partij om een specifiek project te realiseren.
Publiek-private samenwerking: DBFM(O) en de rol van de overheid als opdrachtgever
Publieke-private samenwerking in de vorm van geïntegreerde contracten, waaronder in de vorm van DBFM(O)-overeenkomsten komt in Nederland steeds meer voor, omdat de overheid erin gelooft dat zij met publiek-private samenwerking meer kan doen met minder middelen.
Publiek-private samenwerking: DBFM(O)
De (juridische) kennis omtrent DBFM(O)-overeenkomsten is versnipperd en niet voor iedereen even goed toegankelijk. Daarbij komt dat deze vorm van samenwerking een vrij ingewikkelde financieel-juridische structuur kent.
Samenwerking op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen
In dit artikel onderzoek ik of publieke-private samenwerking (PPS) in de vorm van een gemeenschappelijke regeling voor een (private) marktpartij een goed alternatief is voor private samenwerking.