
Ook in de bouw heb je de hele dag met het recht te maken. Denk je van niet? Toch is het zo. Als je als aannemer bij een professionele opdrachtgever gaat (ver)bouwen, heb je een overeenkomst van aanneming van werk ook als er niets op papier staat.
Merk je dat? Soms wel.
En maakt dat uit? Niet altijd. Als het project goed is uitgevoerd, voldoet aan jouw verwachting als opdrachtgever en de aannemer wordt op tijd betaald, dan is iedereen tevreden. Dan maakt het niemand meer uit wat er is afgesproken of wat er in de toepasselijke bouwvoorwaarden stond.
En als dat niet zo is en er ontstaat een geschil?
Gelijk hebben = niet altijd gelijk krijgen
Of je gelijk gaat krijgen hangt ervan af wat je hebt afgesproken en of je dat kunt bewijzen. Als je wel iets hebt afgesproken, maar je kunt het niet bewijzen, dan heb je misschien wel gelijk, maar dan krijg je het niet.
Wat je hebt afgesproken blijkt uit de aanbestedingsstukken, de aannemingsovereenkomst, het bestek, toepasselijke bouwvoorwaarden zoals de UAV, UAV-GC etc, correspondentie en overige stukken.
Moet ik dat allemaal lezen om te weten wat mijn rechtspositie is?
Ja, dat moet en in samenhang met elkaar. Steeds weer.
Waarom?
Omdat de Hoge Raad heeft bepaald dat je een overeenkomst niet alleen zuiver taalkundig moet uitleggen, maar dat ook de bedoeling die partijen bij het sluiten van de overeenkomst voor ogen hadden van belang is. Die bedoeling blijkt uit overleg, emails, andere correspondentie en stukken. Daarom is het belangrijk om een goede (project)administratie bij te houden. Zo kun je als het nodig is in rechte je standpunten bewijzen.
Hetzelfde geldt voor een goed en gestructureerd (oplever)dossier. Niet alleen voor het bewijs, maar ook vanwege de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen die als het aan minister Blok ligt in 2021 in werking treedt samen met de Omgevingswet.
Volgens deze wet moet de aannemer onder andere via een as built-opleverdossier aantonen dat het bouwwerk voldoet aan de eisen van het Bouwbesluit 2012.